Hottentottentennistentententoonstellingssonnet
Voorgelezen door Dina Sonck
Op Hottentotten stottert het sonnettentennis.
Neem nu om te beginnen zelf de Hottentotten:
Toen ze geen tenten hadden, woonden ze in krotten,
En van doortrektoiletten hadden ze geen kennis
Maar stel u voor de nu recent ontstane stennis,
Omdat ze uit de tenten op weer moeten rotten,
Een optocht van knoken en krakende botten,
Een internationale mensenrechtenschennis
Zo droog de humor is, zo vochtig is het linnen
Uit gsm weerklinkt versleten tingeltangel,
Uit hoogte daalt een vogelblik de volksstam binnen.
Een druppel stil venijn gestold aan weerhaakangel.
Soms kort van stof en dan weer iets te lange zinnen.
Genoeg gedraaid is nu het weefsel door de mangel.
Oorspronkelijk verschenen op 24 maart 2020 @ 04:00
Het vloekende weerwoord
Niet altijd treedt het weerwoord in het felle licht
maar kruipt eerst slinks ontwijkend rillend onder stenen
sluipt omzichtig rond op lange hamertenen
het wringt in hem, want reageren is zijn plicht
Kijk nu: een heus Hottentottententengedicht
het weifelweerwoord moet nu toch een beetje wenen
wat hier tentoongesteld wordt schopt niet tegen schenen
het is een woordensteekspel, niet van groot gewicht.
Maar dan licht zijn gezicht op: het kwartje is gevallen
Hij vindt weer woorden, slijpt zijn pen, kijkt geleerd
Dit is een vluchtelingendrama snap hij nu
van dodenmarsen, kampen, bommen blijven vallen
met deze wereld gaat het ongeremd verkeerd
nu vloekt het weerwoord zachtjes: nondedju
Marforio
25 maart 2020