Pleasant unpleasant
Wat meer dan een maand geleden zaten we in volle Halloweensferen. De bange scheet die vroeger zelfs geen Harry Potter durfde te volgen, besloot de film Annabelle (2014) te kijken.
De weken daarna heb ik telkens een even huiveringwekkende film gekeken.
Ik, degene die nooit moest weten van horrorfilms.
Zeker niet als ze realistisch leken.
Je weet wel, met geesten, bewegende meubels, vervloekte objecten…
Ik begon me de vraag te stellen hoe het kwam dat we toch bleven kijken naar dingen waarvan we weten dat ze ons bang gaan maken, die ervoor zorgen dat we die nacht niet goed zullen slapen en die ons doen opschrikken bij het allerkleinste geluidje.
Waarom… we dat onszelf aandoen?
Een gigantisch lange tijd – en eigenlijk nu nog, op een moderne manier – was de mens aan het overleven. Hij vluchtte voor gevaar, voor vijanden en voor oorlog. Dat boezemt angst in omdat zulke omstandigheden onvoorspelbaar, gevaarlijk en soms levensbedreigend kunnen zijn.
Dat was vroeger, maar het gevoel is er vandaag nog evenzeer: stress, angst, fobie… noem maar op.
Het idee is dat we ons dan vrijwillig blootstellen aan dingen die ons angst aanjagen omdat het dan vanuit een veilige omgeving kan plaatsvinden: onze dikke, luie zetel. Gecontroleerd bang zijn, als het ware.
Toch verklaart dat idee voor mij niet voldoende:
Waarom krijgen in veel films en verhalen dingen die voor amusement zorgen, een griezelige betekenis?
Een pop met twee vlechtjes, een muziekdoosje, een clown, een tv…
Dingen die leuk moeten zijn, worden weerzinwekkend misbruikt voor een horroreffect.
Is dat om het extra griezelig te maken? Om het lugubere kantje dat in ieder van ons zit te prikkelen?

Malcolm McDowell als Alex in A Clockwork Orange. Bron: Wikimedia Commons
Freud beschrijft horror als het unheimliche: een milde vorm van angst en vervreemding die ontstaat wanneer datgene wat van oudsher vertrouwd was, plots vreemd lijkt. Een pop krijgt een griezelig gezicht, mensen krijgen ogen van knopen, een clown wordt plots een moordenaar… Het zijn dingen die ons vanwege de veranderde herkenbaarheid fascineren.
Ik las ooit dat mensen last kunnen hebben van intrusive thoughts. Gedachten die we niet hwillen hebben, die ons angst aanjagen.
Wat gebeurt er als ik nu eens in volle snelheid door het rood licht rijdt? Wat gebeurt er als ik die vrouw voor me een flinke duw geef? Wat als ik eens een luide wind laat tijdens een meeting?
De meest gekke, foute of griezelige ideeën komen in ons brein op, en blijkbaar is dat een soort van coping mechanisme. Misschien stemt het – om in termen van Freud te praten – overeen met ons Id. Dat instinctieve, egoïstische dat we onderdrukken zodat we binnen de waarden en normen van de maatschappij vallen. Door zulke gedachten te hebben, behouden we controle over de werkelijkheid.
En misschien is dat ook hetgene wat we doen als we naar griezelfilms kijken.
Controle vinden in ons gekke brein.
Voorspelbaarheid in onvoorspelbaarheid.
Amusant onamusant.
H.B.
0 reacties